Kasteel Bourglinster

Kasteel Bourglinster

Al jaren heeft ook een bekend restaurant zijn adres in het kasteel.

Linster wordt voor het eerst genoemd in 1098 als bezit van Sankt Simeon in Trier. Een oud kasteel zou in Altlinster hebben gestaan. Vroeger was er een kasteel, een bewoonde versterkte toren, een kapel en een ringmuur.

Het echtpaar Beatrix von Linster en Dietrich von Fentsch, maarschalk van Luxemburg, ontvangen het kasteel als een leengoed van gravin Ermesinde van Luxemburg in 1231. Vanaf het midden van de 14e eeuw wordt het kasteel de zetel van de familie Orley. Gedurende deze tijd werd de kasteelkapel omgebouwd en aan de noordkant een woontoren toegevoegd.

In 1408 werd Johann von Orley, deken van Luxemburg, gerechtsheer van Linster. Tussen het einde van de 14e en de 15e eeuw werd het lagere kasteel (Huis Waldeck) met een slotgracht, versterkte deuren en twee verdedigingstorens gebouwd. In de 15e eeuw is het kasteel verdeeld onder de families Orley, Hammerstein en von Bettstein. In 1476 wordt Bernard II van Orley genoemd als raadsheer en kamerheer van Karel de Stoute.

In 1477 trouwt Heinrich von Metzenhausen met Maria Antonetta Boos van Waldeck, zij is een gedeeltelijke erfgename van Linster. In 1527, vindt het huwelijk van Dietrich von Metzenhausen, gouverneur van het hertogdom Luxemburg, met Johanna von Orley plaats. Hij ontvangt van Karel V de hele heerschappij van Linster, met het hoge rechtsgebied als leengoed. Tussen 1542 en

1544, tijdens de oorlogen tussen Karel V en Franciscus I, werden beide delen van het kasteel grotendeels verwoest.
Vanaf 1548  wordt de Renaissance-vleugel aan de zuidkant gebouwd. Men laat daarbij een muur van de woontoren bestaan. Tussen 1682 en 1684 verwoestten Franse troepen opnieuw delen van het onderste kasteel.

Tijdens het tweede kwart van de 18e eeuw wordt de barokke gevel opgetrokken aan het einde van het praalhof.

In 1750 trouwt Eva von Metzenhausen met de infanteriekapitein Peter Georg von Zitzwitz, die Linster in 1759 als leengoed ontvangt. Van de 18e tot de 20e eeuw zijn opeenvolgende edelen en burgers eigenaren van het kasteel, tot de aankoop door de Luxemburgse staat in 1968.

Tussen 1969 en 1988 vindt de restauratie van het bovenste kasteel en zijn dependances plaats en worden de ruïnes van het onderste deel van het kasteel verstevigd.

Sinds 1982 vinden er tentoonstellingen, concerten, conferenties en recepties plaats en sinds de restauratie van de schuren zijn er kunstateliers en -werkplaatsen op het terrein van het kasteel. Al jaren heeft ook een bekend restaurant zijn adres in het kasteel.